Ook leuk zónder kokosnoten
“Goh, wel even wennen, zo met de hele klas in één lokaal.” Vóór 2020 een rare gedachte, maar nu was het piekerpiekuur in mijn hoofd. Die kinderen zullen blij zijn om elkaar weer te zien (geef ze eens ongelijk) en dat maakt die eerste lessen vast onrustig. Ik was al ‘gewoon’ nerveus voor het nieuwe schooljaar, hoe krijg ik in het nieuwe-oude-normaal al hun energie óóit gericht op Nederlands? Na een nacht slecht slapen werkte ik aan een actieplan.

Gelukkig had een taakgroep op mijn school hier ook over nagedacht. Woensdag is normaal gesproken meteen een volle lesdag, maar dit jaar gingen ze buitenschools een lekker sportieve teambuildingsactiviteit doen. Samenwerken was een must bij dit Expeditie Robinson-achtige spel - samen kom je immers verder!

Op een speelse en (inter)actieve manier het schooljaar in: dat gevoel wilde ik eigenlijk nog wel even vasthouden in mijn lokaal. Omdat ik zo snel geen didactisch verantwoorde link kon bedenken tussen kokosnoten verzamelen en Nederlands, heb ik toch wat elementen moeten schrappen, maar die samenwerking moest erin blijven.

Daarnaast houd ik van open vragen zonder (één) goed antwoord, zodat iedereen iets durft te zeggen en ik niet vergeet om ook te bespreken hoe ze dat antwoord bedacht hebben, of hoe het komt dat ze nog geen woord hebben opgeschreven (Dagdromen over de zomervakantie, heerlijk...). We moeten er allemaal weer even inkomen, tenslotte.

Gelukkig kan dit naar hartelust bij Nederlands, bijvoorbeeld door samen een bijzonder, kort verhaal te lezen. Niet direct waar mijn leerlingen op hoopten bij de woorden ‘iets leuks’, maar na een zomer vol boeken was ik vastberaden ze te laten ervaren dat het óók een spel is om verborgen betekenissen op te sporen in een verhaal. Van mij mogen de wildste theorieën gedeeld worden, als je het maar weet te onderbouwen. Daarvoor hadden ze wat gereedschap voor verhaalanalyse nodig dat wel ‘ergens in de schuur lag’, maar nog een poetsbeurtje kon gebruiken. Aan de slag dus.

De groepjes liet ik willekeurig samenstellen door een app. Dat heeft sowieso meerdere voordelen, maar als bonus kon ik zo makkelijker de juiste naam aan elk gezicht koppelen. (Die portretfoto’s van september 2020 lijken dus écht niet meer!) In het groepje waren de rollen verdeeld: de notulist, de opzoeker, de vragensteller en (mijn favo) de spion. Die mag als enige afkijken bij andere groepjes, als het maar discreet en dus met mate gebeurt. Ze moesten een rijtje definities voorzien van een korte uitleg en een voorbeeld. Toen de tijd om was, vroeg ik per groepje om één antwoord dat ze zeker wisten en één antwoord waar ze over twijfelden, waarbij de andere groepjes mochten reageren om een antwoord aan te vullen. De gereedschapskist lag er weer blinkend bij.

Elk groepje kreeg een kant-en-klare interpretatie (“Dit verhaal levert kritiek op de manier waarop de mensheid met dieren/de natuur omgaat.”) als leidraad voor hun bespreking, waar ze het mee eens of oneens mochten zijn. Ieder groepje kan aangewezen worden om aan het eind van de les kort hun visie te presenteren, de rest van de klas mag dan iets vragen of toevoegen. Zo lazen ze in korte tijd het verhaal door meerdere brillen.

Mijn stress bleek zoals elk jaar nergens voor nodig geweest, want 1. ze wisten nog best veel 2. ze hadden plezier bij de groepsopdracht 3. ze leerden van elkaars vragen en antwoorden en 4. een spel zonder verliezers is toch het allerleukste.

De hele klas in één lokaal, wat een feest dat het weer kan.
Over de schrijver
Reactie plaatsen